Drinken en roken gaan vaak hand in hand

Een drankje en een sigaretje horen bij elkaar als mosselen en friet. Hoe gezellig ook, de combinatie van alcohol en roken resulteert in een extra hoog risico op kanker. De relatie tussen alcohol en mond- en keelholtekanker is bijvoorbeeld sterker voor rokers dan voor niet-rokers.

Roken en alcoholgebruik gaan vaak samen. Zo drinken rokers over het algemeen meer alcohol dan niet-rokers. En hebben alcoholdrinkende rokers dus een verhoogde kans op kanker. Hoe zit dat precies?

Aceetaldehyde

Er is een grote rol weggelegd voor de stof aceetaldehyde bij het sterk verhoogde risico op kanker wat betreft de combinatie alcoholgebruik en roken. Aceetaldehyde is een schadelijke stof die gevormd wordt tijdens de afbraak van alcohol. Deze stof vind je ook in sigaretten. In het speeksel van rokers is het kankerverwekkende aceetaldehyde in hogere concentratie aanwezig. Ter vergelijking: bij rokers die daarnaast ook alcohol drinken, is deze concentratie tot wel 7 keer hoger dan bij niet-rokers.

Benzo(a)pyreen

Ook zou alcohol helpen andere kankerverwekkende stoffen uit sigaretten, zoals benzo(a)pyreen, te transporteren in het lichaam vanwege zijn rol als oplosmiddel. Deze stoffen worden vervolgens gemakkelijker opgenomen in het lichaam, waar ze tot schade aan de cellen en het DNA kunnen leiden.

Uit je mond ruiken

Daarnaast zorgen zowel het overmatig gebruik van alcohol als dat van roken van sigaretten voor een slechte mondhygiëne. Hierdoor zal de samenstelling van bacteriën in de mondholte veranderen. Dit kan zorgen voor 50-60% hogere niveaus van het kankerverwekkende aceetaldehyde in het speeksel wanneer men zowel rookt als alcohol drinkt.

Weinig opbeurend dit, maar wel belangrijk om te weten. Zowel roken als drinken is niet goed voor het lichaam, maar de combinatie is dubbel slecht.