Thuis sporten: dit kun je doen

1. Wat goed dat je wilt beginnen met sporten! Voordat je roept dat er ’tien kilo vanaf moet’, realiseer je dan dat dit niet vanzelf gaat en ook niet binnen een week. Stel je zelf een realistisch doel. Probeer met kleine doelen te beginnen, bijvoorbeeld: ‘Aan het einde van de maand wil ik 1 minuut achter elkaar kunnen planken’, of ‘Over een maand wil ik 20 push ups achter elkaar kunnen maken’. Wanneer je dit doel binnen een maand bereikt hebt, kun je voor een volgend doel gaan en ben je waarschijnlijk juist gemotiveerder om te blijven sporten!

2. Ben je met sporten gestart en al een paar dagen of weken onderweg? Wat goed! Dan mag je jezelf natuurlijk belonen. Nee, niet met een donut, maar iets wat je ook blij maakt, zoals een coole zweetband. Het kan ook iets zijn wat geen geld kost, bijvoorbeeld: ‘Op de dag dat ik gesport heb, mag ik een dubbele aflevering op Netflix kijken’. Op deze manier worden je sportdagen net iets bijzonderder dan andere dagen, waardoor je er juist naar gaat uitkijken.

3. Sporten wanneer het uitkomt, werkt voor de meeste mensen niet. Vaste dagen en tijdstippen scheppen duidelijkheid en vergroten de kans dat je het sporten volhoudt. Je maakt een sportafspraak met jezelf. Zorg ervoor dat je deze sportafspraak altijd kunt halen. Dus ook als je moet overwerken of als je favoriete soapserie op tv begint.

4. Vind je het lastig om je te houden aan je sportafspraak, omdat er toch niemand op je rekent? Zoek dan een trainingsmaatje. Met iemand samen trainen werkt veel motiverender en is bovendien een stuk gezelliger dan alleen thuis trainen. Je kunt elkaar ook corrigeren wanneer een oefening niet goed wordt uitgevoerd. Spreek samen een dag en tijdstip af en houd elkaar daar aan.

5. Iedere keer hetzelfde rondje rennen of dezelfde krachttrainingsoefeningen uitvoeren is niet echt leuk. Stel meerdere sportschema’s samen (of laat ze door iemand anders samenstellen). Probeer daarom vooraf al twee of drie schema’s uit te zoeken. Bron: www.betersport.nl.