Een vriend

Laat ik je vertellen over een vriend van mij.

Ik ken hem al heel lang. Vanaf, wat zal het zijn, toen ik een jaar of veertien was ongeveer. Je zou kunnen zeggen dat we dus zo’n beetje samen zijn opgegroeid. Mooie, bijzondere momenten hebben we gedeeld maar ook in droeviger tijden was hij erbij. Ik kon altijd op hem rekenen.

In het begin, ik weet het nog goed, moest ik niet zoveel van hem hebben. Mijn houding was enigszins wantrouwend. Dat kwam doordat het een buitengewoon charmante verschijning was. Sprankelend ook. En hij lag goed in de groep. Niemand die zoveel vrienden had als hij.

Maar ook een echte praatjesmaker. Zelfverzekerd.

We bleven mekaar tegenkomen en langzaamaan groeide er een soort band.

Steeds vaker kwam hij over de vloer en we leerden elkaar beter kennen.

Met hem en vrienden op stap gaan was een feestje. Hij maakte echt iets in me los. Ik bruiste van zelfvertrouwen. Hij stimuleerde me te denken: Wereld kom maar op!

Er zijn periodes geweest dat ik hem wat minder zag. Zo heeft hij zich tijdens mijn zwangerschappen niet vertoond.

Op andere momenten liep hij de deur juist plat. Hij ontpopte zich dan als een echte plakker die maar niet naar huis wilde. En standaard stond ik dan de week erop weer met een volle tas bij de glasbak of kratten in te leveren bij de supermarkt.

Op zeker moment begon onze relatie een wat mateloos karakter te krijgen.

En nu weet ik het niet meer zo. We kennen elkaar al zo lang.

Dat fijne gevoel, die sprankeling, voel ik steeds minder.

Nog steeds komt hij regelmatig langs. Sommige periodes zelfs dagelijks.

En dat is precies waarover ik twijfel, want steeds vaker voel ik me daar de dag erna niet goed over. En dat gaat best ver. Tot lichamelijke onpasselijkheid aan toe.

Onze relatie is veranderd. Waarom breng ik nog zoveel tijd door met deze gladde charmeur? Want dat is wat hij is.

In de ochtend zie ik dat altijd heel scherp: Vandaag even niet! Als hij zich meldt dan zeg ik “nee”.

Naarmate de dag vordert en de avond nadert, gaan de gemoederen wat liggen en mijn stemming wordt milder. In mijn hoofd begin ik zijn gedrag te vergoelijken: Hij bedoelt het niet zo. We hebben het vaak zo gezellig. Zo rol ik de avond met hem in als een knikker in het onvermijdelijke putje.

Het ligt niet aan hem, het ligt aan mij. Ik ben degene die deze relatie in stand houdt.

Als ik er zo over nadenk weet ik eigenlijk niet zeker of het ooit een echte vriend is geweest. Hij was er altijd wel, maar achteraf gezien heeft hij mij ook in moeilijke situaties gebracht. Mij zelfs meer dan eens enorm voor schut gezet. Zijn onverbiddelijke aard heb ik altijd met de mantel der liefde bedekt.

Maar nu is het genoeg! Ik heb ademruimte nodig. Daarom gaat de riem van onze relatie een paar gaatjes losser.

In januari is het me al gelukt hem 30 dagen buiten de deur te houden. Het gaat zeker lukken daar nog eens 40 dagen aan vast te knopen!

Gerelateerd

Blog Francis

Drie notenbomen

Buiten is het grijs, nat en het waait. Weer dat past bij het najaar. Toch is het bijna lente. Ik zit aan de keukentafel met een kop warme winterthee en…
Lees meer
Blog Francis

Zaad

Aan het aanrecht sta ik mijn ontbijt klaar te maken. Om mij heen een druk heen en weer geloop van heren met boterhammen. Ik doe een poging wat van de…
Lees meer
Blog Francis

Een lijst

Hoe grondig ik onze keukentafel ook opruim, toch blijft er altijd wat liggen. Een onbestemde kluwen snoeren en adapters. Overdag niet meer dan een irritant vuiltje in het oog, ’s…
Lees meer
Wijzig instellingen voor chat