Blogger aan het woord
In januari lees ik veel over de effecten van alcohol. Dat is ook niet zo moeilijk: artikelen daarover verschijnen tijdens de droge maand bij de vleet. Veelal worden daarin de nodige deskundigen opgevoerd. Uit hun mond lees ik doorgaans geen bemoedigende teksten. Zo lees ik bijvoorbeeld op nu.nl dat alcohol tweede staat op de lijst van vermijdbare risicofactoren van kanker.
En zo zijn er nog wel tweehonderd ziekten die in verband worden gebracht met alcohol, laat de betreffende deskundige optekenen. Elk lichaamsdeel waar alcohol langs gaat, kan worden aangetast. In gedachten ga ik de loop van alcohol door mijn lichaam na en ik kan me zo wel wat onderdelen voorstellen die ik liever in goed werkende conditie hou. En wie mocht denken dat het ongezonde wijntje bij het eten wel gecompenseerd voor door een extra schep groenten, komt ook al bedrogen uit. Het lichaam zet zich namelijk eerst in om de alcohol af te breken en dat gaat ten koste van de opname van gezonde voedingsstoffen. Die extra vitaminen spoelt u uiteindelijk gewoon door het toilet. Aldus de deskundige.
Waar de ene expert echt hel en verdoemenis predikt als het om alcohol gaat, zijn anderen ogenschijnlijk ietsje milder. Ook die wijzen wel op de risico’s van alcohol, maar zeggen ook dat het om risicofactoren gaat en dat niet iedereen schadelijke gevolgen ondervindt van af en toe een glas alcohol. Af en toe een glas. Zoiets lijkt ook de Gezondheidsraad wel te kunnen accepteren. Eén glas per dag zou moeten kunnen. ‘Ammehoela’, hoor ik de strenge deskundige denken en inderdaad verwijst hij dat advies impliciet naar de prullenbak. Hij maakt eerst een optelsommetje (‘dat zijn dan toch zeven glazen per week’) en vervolgens: ‘Het probleem is dat ik eigenlijk niemand ken die dat doet. Het worden er al snel twee of meer.’
En dat strookt enorm met mijn eigen ervaringen. Ik weet niet hoe het u vergaat, maar ik drink makkelijker niet, dan één. Die ene is lekker en dat vraagt om een tweede en omdat die eerste en die tweede een voldoende drempelverlagende werking hebben, vragen die gezamenlijk geregeld ook nog wel om een derde. En als ik dan toch zelfkritisch ga doen: het zijn er dan eigenlijk al meer dan drie. Want ik drink dan geen ‘standaardeenheden’ en ook geen ‘standaardpils’.
In het artikel op nu.nl wordt duidelijk dat de daarin opgevoerde deskundigen weten dat ze geen populaire boodschap brengen. En ook ik speur alle informatie af op zoek naar een zinnetje dat hoop biedt. Iets dat me geruststelt en zegt: ‘joh, het valt allemaal wel mee met die alcohol’. Maar waar ik ook zoek, wat ik ook lees: vergeet het maar. Ik wil het niet waar hebben, wat wordt beweerd. Maar dat is het wel.
In vetgedrukte letters lees ik in het artikel nog een citaat. Een derde van alle deelnemers aan Dry January valt af. ‘Natuurlijk,’ denk ik, ‘formuleer het maar weer negatief. Je kunt toch ook zeggen dat twee derde het wél volhoudt?’. Pas later dringt tot me door dat op gewichtsverlies wordt gedoeld.