Recht uit de pen: Marcel
Peinzend zit ik voor me uit te staren. Er is mij gevraagd mijn blog op tijd in te leveren en om heel eerlijk te zijn, heb ik op dit moment helemaal geen zin om over zoiets onbenulligs te schrijven als minderen met drinken. Sterker nog; ik zou niet weten waarover ik het moet hebben. Zal ik in plaats daarvan dan maar schrijven over de debielen die van de week door de bouwmarkt sjokten? Op zoek naar materialen om hokken te bouwen voor de stapels pleepapier die ze de week ervoor hadden gehamsterd? Of naar hout voor een doe-het-zelf-doodskist?
Vertel ik jullie over die mannen van een bepaalde leeftijd en een bepaald gewicht op mountainbikes die mij met de blik van waanzinnige Japanse kamikazepiloten de denkbeeldige vouwen uit mijn hardloop-tights probeerden te rijden, terwijl ik juist amechtige pogingen deed de afstand te bewaren? Verveel ik jullie voor de zoveelste keer met mijn verhalen over een trainingsschema waarvan de belasting het hoogtepunt nadert, terwijl ik weet dat mijn loopje in mei waarschijnlijk toch niet doorgaat? Ik twijfel want terwijl ik pas, vechten er mensen voor hun leven. Ik drink spa rood met appelsap terwijl het openbare leven plat ligt, en ik vind nulpuntnulletjes tegenwoordig best te hachelen maar ik drink ze wel alleen want er wil, durft en mag geen mens bij mij in de buurt komen. Waar gaat het uiteindelijk allemaal nog over?
Dan bedenk ik me dat schrijven voor IkPas weliswaar vrijwillig is, maar dat vrijwillig niet vrijblijvend betekent. En daarbij ben ik deze week ook nog eens in de fout in gegaan, dus dan zou het wat flauw zijn dit niet met jullie te delen, terwijl mijn succesverhalen (kijk mij eens stoer alcoholvrij zijn) de weg naar mijn blog wel wisten te vinden. Bloot met die billen dus.
Na mijn loopje in het Grenspark van afgelopen zondag, kwam ik terug bij mijn auto. Genoten van het rondje, maar ook in verwarring. Onderweg bijna opgevreten door een stel gebitten op poten waarvan de eigenaar in trainingspak onverschillig de andere kant op keek, verwonderd door het gedrag van de XXL Zoetemelkjes die mij probeerden te infecteren en/of te liquideren, en onthutst door alles wat er deze week was gebeurd. Alles voelde zo onwerkelijk en unheimisch en als je dan urenlang moederziel alleen door de bossen sjouwt, rollen de lottoballetjes in je hoofd langzamerhand weer op hun plek. Het lopen werkt bij mij nu eenmaal als een katalysator; indrukken worden verwerkt en gerangschikt en als de plaat op sommige momenten even blijft hangen maak ik het rondje gewoon wat langer. Het is dus ook niet zo vreemd dat ik in deze periode elke week wel één of twee marathon-plus afstanden loop.
De auto stond trouw op me te wachten en terwijl ik de kofferbak opende, bedacht ik me dat ik nog een treetje Hertogjes achterin had liggen. Een noodrantsoen zullen we maar zeggen, en zeer welkom nu mijn vaste pleisterplaats de deuren heeft gesloten. Voor ik het door had, zat ik met een koud gebleven adellijk menneke in mijn knuistje te mijmeren in het zonnetje. Ik was duidelijk geëmotioneerd, maar desondanks genoot ik van het moment. De gebeurtenissen van de afgelopen tijd hebben er ook bij mij flink ingehakt. De onzekerheid, de onduidelijkheid en het besef dat dit voorlopig zo maar eens de laatste keer zou kunnen zijn dat ik hier was. Het zonnetje verwarmde mijn lijf en gemoedsrust en toen ik naar huis reed, bedacht ik me dat ik dit had gemist.
Thuis gekomen plonsde ik in de jacuzzi en bleef zitten, totdat ik een verschrompeld mannetje was geworden (oud was ik al). Tussendoor een paar keer mijn misbruikte leeggetrokken Hertogjes vervangen door een vers familielid, maar verder beperkte ik mezelf tot het moment, en daar had ik het druk zat mee. Hoewel dit niet op de planning stond, besloot ik er desondanks aan toe te geven. Het was even nodig.
Die nacht sliep ik onrustiger en minder dan normaal met als gevolg dat ik op maandagochtend een duffe kop had. Een gevoel uit een ander tijdperk, maar ik herkende het nog. Maar ook deze dag ging voorbij en toen ik maandagavond zonder morren aan de spa rood met appelsap zat, besefte ik tevreden dat ik wederom een overwinning op mezelf had geboekt. Tijden van onzekerheid en verdriet vragen nu eenmaal soms om een kleine uitspatting, en of je de troost dan vindt in een stuk taart, een impulsaankoop of een drankje doet even niet ter zake. Geniet ervan, deal met de consequenties en ga verder met daar waar je was gebleven en wees vooral niet te hard voor jezelf want uiteindelijk is niets menselijks ons vreemd.