Crisisblogger Tonnie
Tonnie blogt de komende weken ook voor IkPas. Wie is Tonnie? Dat kan ze zelf het beste vertellen. “Ik ben 38 jaar, trotse moeder van 2 jongens van 7 en 10 en ik werk in de Jeugdgezondheidszorg. Je kunt me vaak in verwondering vinden over de dingen om me heen; bomen in bloei en een glimlach van een voorbijganger. En ook over afval náást een lege vuilnisbak en mensen die meningen verwarren met feiten. Ik speel graag een potje volleybal, in de zomer het liefst op het strand. Tussen kinderen, werk en sport door, goochel (niet te verwarren met Google, wat ik overigens ook vaak doe) ik nog wat in mijn ietwat ongestructureerde huishouden, probeer ik zo af en toe een goed boek uit te krijgen en pak ik graag een terrasje met vrienden. Iets wat nu natuurlijk nogal ‘on hold’ is gezet vanwege de coronacrisis.”
Blog
Met enige terughoudendheid open ik de link voor het certificaat dat moet bevestigen dat ik succesvol heb deelgenomen aan IkPas 2020. Als ‘succesvol’ in deze zin betekent dat ik 40 dagen geen druppel alcohol heb gedronken, gaat hier iets mis. Want ergens is er gaandeweg wel een stiekem biertje of wijntje bij mij ingegaan. ‘Eéntje dan, omdat het van dat heerlijke terrasweer is.’ Te nuttigen op mijn balkon, want COVID-19 gooit roet in het eten.
Het certificaat geeft wat mij betreft ruimte voor enige vrije interpretatie, dus laat ik niet te streng zijn voor mijzelf. Mijn persoonlijke doel is immers bereikt; ervaren wat een zelf opgelegde alcoholonthouding met me doet. En ervaren héb ik. Te beginnen met de toch wat confronterende hoeveelheid glaasjes alcohol die ik in de app heb moeten aanklikken om in te schatten hoeveel geld ik zou gaan besparen. En hoewel ik het aantal glaasjes zie oplopen, hapert de kosten-baten analyse in mijn hoofd een moment, als blijkt dat ik met 40 dagen niet drinken ‘slechts’ € 35,- ga besparen. Toch stel ik mijn doel in. Nadat ik wat cynisch ‘een keer een échte goede fles wijn’ heb ingevuld, maak ik er maar heel neutraal ‘shoppen’ van. Je moet het kind niet met het badwater weggooien.
Nu realiseer ik me dat er onder jullie ongetwijfeld mensen zijn, die met een serieuzer insteek dan dit, zijn begonnen aan de ‘wedstrijd’. Ik werd er in eerste instantie gewoon een beetje lacherig van. Maar algauw blijkt dat het niet eens zo ‘appeltje-wijntje’ is als ik dacht – een uitspraak die mijn inmiddels 10-jarige zoon als peuter deed en wellicht mijn alcoholgebruik van dat moment ongemerkt en enigszins pijnlijk weerspiegelde. Ik blijk vrijwel dagelijks zo ergens rond vieren opeens zin te hebben in een drankje. Dat er dus niet meer is. Want stap 1 voor mij was gewoonweg niet meer kopen. Overigens niet nadat ik ter voorbereiding van de 40 dagen eerst een paar laatste restjes in huis had opgedronken. Laat ik eerlijk zijn.
Niet eerder appten mijn vriendinnen me zoveel komische foto’s, filmpjes en uitspraken over wijn drinkende mede-moeders. Niet omdat ze dat werkelijk meer deden, maar omdat het me opeens opvalt. Niet eerder stond ik – nog in het pre-Coronatijdperk – op een feestje de hele avond niét op de dansvloer. Ik waag me meestal vrij snel aan een dansje, maar kan deze keer de ‘hulp’ van een drankje wel gebruiken om in de sfeer te komen. En zo drink ik niet meer een wijntje bij het koken, trek ik geen biertje meer open bij het eten van oosterse gerechten en kun je me nog slechts sporadisch vinden bij de glasbak voor het weggooien van een enkele pot pindakaas of een stukgevallen vaas.
En ik vier een klein feestje in mijzelf. Want ik sla me voor mijn doen dapper én alcoholvrij door heel wat momenten van gewoontes heen. Ondanks de paar keer ‘ééntje dan’ wanneer het zonnetje me net iets te lekker op mijn balkon schijnt, ik hard heb geklust in huis en okay, die ene keer toch soort van per ongeluk bij de nasi.
Van die beloofde uitgespaarde € 35,- koop ik op dag 10 alvast die veel te dure sneakers. Want feestjes moet je vieren. Met vrienden en familie via de online videoverbinding en een mooi paar schoenen gereed voor gebruik voor als ‘straks’ (wanneer dat dan ook mag zijn) de terrassen weer opengaan. Ik zie voor me dat ik dan, met degenen die ik nu zo moet missen, me aan een dansje waag. Zónder dat gewoontedrankje en zwaaiend met mijn certificaat.