Crisisblogger Tonnie
Mijn vierde en laatste blog in de laatste IkPas-nieuwsbrief. En dat nog steeds in een bijzondere periode. Dacht ik dat mijn deelname aan IkPas heel wat teweeg ging brengen; het coronavirus gaf weer hele andere inzichten daar bovenop.
De sneakers die ik in een euforische bui van gematigde alcoholloosheid als kadootje voor mijzelf op dag 10 van IkPas kocht (zie blog 1), staan nog altijd stralend wit te schitteren in de kast. Want: waar ga ik heen? COVID-19 heeft mijn sociale leven drastisch beperkt tot een enkel bezoekje aan het park voor de deur en de glasbak om de hoek. Waar ik inmiddels nog maar zeer zelden kom gezien mijn buitensporige afname van wijnconsumptie. Lees: volledig (hoera!).
Nu behoor ik tot de zogenoemde ‘kwetsbare doelgroep’ door bepaald medicijngebruik. Ik kan je zeggen; dan kom je helemáál je balkon niet meer af. De band met mijn pakjesbezorger heeft dusdanige proporties aangenomen, dat hij al lang niet meer vraagt om mijn ID-bewijs waar dat eigenlijk wel moet, de kinderen nieuwsgierig over het mysterie ‘pakjesman’ alles wilden weten van de Ramadan waar ik met de man over sprak en ik hem onlangs een pakje gaf als bedankje voor het elke keer weer bestijgen en afdalen van mijn portiektrap. Uiteraard bedoel ik hiermee een kadootje van mij voor hem. Niet dat je denkt dat ik hem mijn bestelde pakje weer in de handen terug duwde.
Want wat zou de beste man met een ladyshave moeten? Eén van mijn aankopen waar ik op 38-jarige leeftijd, met een overschot aan tijd en gebrek aan nut en noodzaak van direct perfect getrimde benen, maar eens aan ben begonnen. Oefening baart kunst; in de zomer van 2021 zit ik ongetwijfeld gladgeschoren te shinen tussen al mijn sociale contacten. Zonder opengetrokken huid door verbranding en verkeerd gebruik van zogenaamde kopstukken.
Kortom: het is een vreemde tijd, dat voorjaar van 2020. Het geeft beperkingen en het biedt kansen. Ik schreef in mijn tweede blog over al die dingen die we denken te moeten die eigenlijk misschien niet per se NU moeten. Of ook andersom – zoals in de casus ladyshave – dingen die we anders niet konden, die we nu wél kunnen. Waar ik vóór het coronatijdperk de gave had om iedere willekeurige plant te laten muteren in een verdroogde cactus, staat elke soort er nu perfect groeiend en bloeiend bij. Iets soortgelijks is overigens gebeurd met mijn kinderen. Niet dat ik die voorheen liet verdrogen, maar de rust en aandacht waarmee ik nu een volledig potje StarWars-monopolie met plezier doorsta, is wonderbaarlijk te noemen. En dat inclusief gekissebis over alleen al de vraag wie met welk poppetje gaat spelen en zónder de neiging de kurk van de fles te moeten trekken, voor het toevoegen van enig vertier voor de mamma. Tegelijkertijd realiseer ik me dat ik nog altijd mijn door Jan Steen geïnspireerde huishouden niet op orde krijg. Sommige dingen blijven gewoon wat ze waren.
Ik ben me ervan bewust; het is niet allemaal rozengeur en wodka lime (ik weet het, slechte grap). En ik denk regelmatig aan diegenen die in de ellende zitten vanwege bijvoorbeeld dalende inkomsten, faillissement van een eigen onderneming, ziekte en overlijden onder familie en vrienden. Dat is niet iets om olijke blogs over te gaan zitten schrijven, met soms onzinnige voorbeelden en slechte grappen. Dat is de realiteit van heel veel mensen. Maar ik vertrouw er wel op dat we samen sterk zijn. En dat iedereen er linksom of rechtsom uiteindelijk toch iets moois uit kan halen. Geen regenboog zonder regen. Dat principe. Al is het maar iets heel kleins, onverwachts.
Hou vol, drink af en toe een goede bak koffie (of thee), zet de baas een keer op ‘mute’, koop te dure sneakers, laat je behaarde benen wapperen in de tuin of op het balkon, verwar feiten niet met meningen (en andersom), knuffel je planten, break a leg (of liever niet, zie blog 3) en let een beetje op elkaar.